Inspanningstest

Wat is een inspanningstest?

‘Bij een inspanningstest word je op een fietsergometer of loopband elke 3 minuten een stapje zwaarder belast, tot je uitgeput bent. Met behulp van spiro-ergometrie meten we hoeveel CO2 je uitademt en hoeveel zuurstof je opneemt. Aan de hand daarvan kunnen we heel precies het omslagpunt vaststellen. Het omslagpunt is de hartslag waarbij het lichaam overgaat van aerobe verbranding van koolhydraten naar anaerobe verbranding van koolhydraten. Bij anaerobe verbranding, dus zonder zuurstof, komt er melkzuur vrij waardoor je benen verzuren. Dit hou je maar korte tijd vol. De fietsergometer gebruiken we ook voor het bepalen van de longfunctie en de gezondheid van het cardiovasculaire systeem. Maar voor het bepalen van zaken als VO2max, Respiratory Exchange Ratio en omslagpunt gebruiken we bij lopers liever een loopband.’

Waarom?

‘Conditie is heel sportspecifiek. Je wordt goed in wat je het vaakst doet. Als je een wielrenner en een marathonloper met dezelfde VO2max op een fietsergometer zet, zal de wielrenner doorgaans beter scoren dan de loper. En de loper doet het beter op de loopband. Als je zelden op de fiets traint, is er een gerede kans dat je op de fietsergometer een vals lage waarde scoort. De voor het fietsen benodigde beenspieren geven het namelijk op voor het cardiovasculaire maximum is bereikt. Je had als getrainde loper nog best harder of zwaarder kunnen lopen, maar harder of zwaarder fietsen lukt niet.’

Wat kun je met de uitslag?

‘Je kunt er een individueel trainingsprogramma mee laten opstellen. Door aan de hand van je hartslag in de juiste individuele trainingszones te trainen, kun je het omslagpunt omhoog duwen. Dat betekent dat je langer op vet loopt en de kostbare glycogeendepots pas bij een hogere intensiteit gaat aanspreken. Hoe hoger je omslagpunt, hoe hoger je capaciteit.’

Heeft ieder sportmedisch adviescentrum zo’n loopband?

‘Nee, de meeste hebben alleen een fietsergometer. Bij Sportgeneeskunde Friesland in Heerenveen hebben we een heel geavanceerd apparaat en we zijn er erg blij mee. Het is beslist de moeite waard om even te zoeken naar een instelling met een loopband.’

Zie je ook nog andere dingen?

‘Eventuele standafwijkingen komen aan het licht. Met zooltjes of aangepast schoeisel kun je daar vaak iets aan doen. En wat ik frappant vind: sommige lopers hyperventileren. Ze ademen te hoog, te oppervlakkig en te snel en benutten bij lange na niet hun volledige longcapaciteit. Kinderen ademen vanzelf correct, maar volwassenen gebruiken hun diafragma soms nauwelijks. Als een loper een goede ademtechniek toepast, zie je de output vaak direct omhoog schieten.’

Waarom maak je op de loopband geen inspannings-ECG?

‘Tijdens het lopen schudt het lichaam behoorlijk – je hangt zelfs in een tuigje zodat je niet kunt vallen – waardoor je een onbetrouwbaar cardiogram krijgt. Als we op de loopband testen, heeft de loper alleen een borstband om, voor het meten van de hartfrequentie. Iedereen die zich uitgebreid laat keuren, krijgt dus in ieder geval ook een fietstest.’

Kun je met de inspanningstest op de fietsergometer hartproblemen voorspellen?

‘Helaas niet altijd. Zelfs een schoon ECG gedurende een maximale inspanningstest biedt jammer genoeg niet de garantie dat er niets gebeurt. Maar ik denk dat we veel kunnen leren de situatie in Italië. Daar moet iedereen die aan een serieus sportevenement wil deelnemen een inspanningstest hebben ondergaan. Door deze verplichte screening is het aantal gevallen van plotse hartdood tijdens sportevenementen flink gereduceerd. Ik vind dat best logisch. Ten eerste pik je eventuele aangeboren afwijkingen tijdens zo’n test vrijwel zeker op. Er zijn een paar gevaarlijke ritmeproblemen waarmee je gewoon niet mag sporten. Maar ook vernauwingen in de kransslagaderen laten zich volgens mij vaker wel dan niet ontmaskeren. Zelf maak ik het een paar keer per jaar mee dat het inspannings-ECG van een goedgetrainde, ogenschijnlijk gezonde atleet zonder symptomen op hartklachten wijst. Zo iemand stuur je meteen door naar de cardioloog. Soms is er niks aan de hand, maar vaak ook wel. Niet zo lang geleden had ik nog een patiënt die tot zijn verbazing een stent nodig had. Die loopt inmiddels weer als een kievit, met een hart dat voldoende zuurstof krijgt. Zonder de uitgebreide sportkeuring was zijn probleem misschien op een minder wenselijke manier aan het licht gekomen.’

Wie raad je aan een uitgebreide sportkeuring met inspanningstest te ondergaan?

‘Als je spreekt in termen van preventie en veiligheid, iedereen vanaf 40 jaar. En verder natuurlijk elke serieuze loper die optimaal wil trainen aan de hand van individuele trainingszones. De inspanningstest werkt ook heel goed als eyeopener voor mensen die niet al te veel aan sport doen. Bedrijven bieden hun medewerkers soms een uitgebreide sportkeuring aan, bij wijze van ijkpunt. Sommige mensen komen dan binnen in de overtuiging dat ze wel even een topprestatie zullen neerzetten. Maar als we de weerstand dan opvoeren, beseffen ze dat je conditie bar weinig verbetert van kijken naar sport. Velen worden door zo’n wake up call gemotiveerd om in actie te komen. Als ze dan na een jaar terugkomen en de sterren van de hemel fietsen of lopen, geeft dat ook ons een kick.’