Hielspoor

Wat is het?

‘Wat in de volksmond ‘hielspoor’ wordt genoemd, is vrijwel altijd fasciitis plantaris, een pijnlijke reactie van de fascia plantaris, de grote peesplaat die de bal van de voet met het hielbot verbindt en die de voetboog op spanning houdt. De pijn zit vaak onder de hak, op de belaste zijde van de voet, en trekt soms door richting de grote teenbuiger, die naast de peesplaat ligt. Soms kan deze blessure gepaard met een benig aangroeisel onder het hielbot.

Wat zijn de symptomen?

‘Een zeurende, diffuse pijn onder de voet, meestal aan de binnenzijde van het hielbot. Vaak is het meer een onaangenaam, stijf gevoel. Aanvankelijk voel je het vooral wanneer je begint te lopen. Na een paar minuten zakt het, maar blijft wel hinderlijk aanwezig. Naarmate de blessure verergert, zal de pijn tijdens het lopen langer aanhouden. Bijna altijd is er ook sprake van pijn en ochtendstijfheid de dag na een loop. Fasciitis plantaris is bijna nooit zo pijnlijk dat je er niet doorheen kunt lopen. De klachten dienen zich bijna altijd sluipend aan. Zelf kreeg ik er last van nadat ik was gezwicht voor een paar van die flitsende Nike Lunar Glides. Ik proneer licht en met mijn trainingsvolume moet je dan toch echt een antipronatie-schoen hebben. Ook een sportarts denkt dus niet per se rationeel als het om haar eigen loopuitrusting gaat. Een plotse pijn kan ontstaan wanneer dit peesblad inscheurt, maar dit komt veel minder vaak voor.’

Hoe ontstaat het?

‘Ook dit is weer een typische overbelastingsblessure. Je kunt je voorstellen dat er tijdens het lopen enorme krachten op de peesplaat en aanhechtingen inwerken. Daarbij ontstaan soms microscopische beschadigingen op en rond de aanhechtingen aan het hielbot. Peesweefsel is niet bijzonder goed doorbloed, waardoor het relatief lang duurt voordat de scheurtjes herstellen. Er moet altijd een evenwicht zijn tussen belasting en herstel. Als de belasting frequent en/of hoog is en de herstelfase ontoereikend, vindt er een niet functioneel adaptatieproces plaats. Het overbelaste weefsel raakt aangedaan en wordt zwakker. Soms vormt zich een benige uitwas onder het hielbot: het hielspoor. Maar dat hoeft niet en de klachten worden zelden veroorzaakt door dat hielspoor. Veel mensen hebben wel een hielspoor, maar geen fasciitis plantaris en dus ook geen klachten. Een hielspoor hoeft ook vrijwel nooit weggehaald te worden om klachtenvrij te kunnen worden.’

Hoe stel je het vast?

‘Dit is een vrij duidelijke klacht. Het verhaal van de patiënt zegt meestal genoeg. Het op spanning brengen van de peesplaat is pijnlijk, evenals drukken op hiel. Het maken van een röntgenfoto is niet nodig. Soms wordt een echo gedaan, waarop soms een verdikking van de peesplaat te zien is. Er moet gedifferentieerd worden van een ontsteking van de slijmbeurs onder de hak.’

Wie lopen extra risico?

‘Beginners die te hard van stapel lopen en al na korte tijd erg veel kilometers maken, of atleten die veel hardlopen en onvoldoende hersteltijd in acht nemen. Boven de 35 jaar neemt de kwaliteit van peesweefsel af, waardoor het gemakkelijker overbelast raakt. Wat oudere lopers zijn dus vaker de pineut. Overgewicht is een risicofactor. Hoe zwaarder je bent, hoe meer kracht het peesblad te verwerken krijgt. Ook het hardlopen op verkeerd en/of oud schoeisel en holvoeten alsook platvoeten zijn vaak belangrijke oorzaken.’

Wat doen we er aan?

Fasciitis plantaris is een hardnekkige blessure, die maanden kan duren bij onvoldoende maatregelen. Wel is het een zogenoemde ‘self limiting’ blessure. Als je niets doet, verdwijnt het probleem uiteindelijk vanzelf, maar dit kan wel tot 1.5 à 2 jaar duren. Voor herstel is het aanzienlijk verminderen van de belasting noodzakelijk. In de acute fase kun je de voetzool koelen door hem over een met ijskoud water gevulde fles te rollen. Daarnaast zijn op maat gemaakte steunzolen vaak onontbeerlijk om een goede ondersteuning van het voetgewelf te bewerkstellingen, zodat er minder spanning op de peesplaat komt te staan. Ook spierversterkende oefeningen van de voet kunnen bijdragen aan een vermindering van klachten. In hardnekkige gevallen kan de Strassbourg sock worden aangeschaft, een kous die de peesplaat onder continue spanning brengt en die ‘s nachts gedragen moet worden.

Sommige klinieken bieden bloedplaatjes-therapie aan. Uit je eigen bloed gewonnen groeifactoren worden dan in het aangedane weefsel geïnjecteerd. Het is vrij duur,  je moet het zelf betalen, het geeft tijdelijk extra pijn en er is nog geen bewijs dat dit voor deze klacht werkt. Een beproefder methode is Shockwave Therapie. Met ultrasoon geluid wordt een herstelimpuls gegeven. Deze behandeling is niet invasief, maar wel vrij pijnlijk en vaak ook vrij prijzig. Verzekeringsmaatschappijen vergoeden deze behandeling meestal niet. Om de conditie te onderhouden kunnen alternatieve trainingsvormen worden toegepast, waarbij gedacht kan worden aan fietsen, zwemmen of op de crosstrainer. Wanneer de klachten geheel zijn verdwenen, kan de loopbelasting weer voorzichtig worden opgebouwd.’