Koude blessures
Verhoogt kou het risico op blessures?
‘Absoluut. Onder koude omstandigheden duurt het veel langer voor het lichaam lekker soepel draait. Ik verbaas er me er altijd weer over dat sommige lopers zelfs bij temperaturen onder het vriespunt en harde oostenwind nog in korte broek naar buiten gaan. Bij blootstelling aan kou vermindert de bloedtoevoer naar de skeletspieren, waardoor je gevoeliger bent voor in principe alle blessures. Deels omdat je stijf bent en dus minder gecoördineerd beweegt en deels omdat slecht doorbloede spieren eerder overbelast en beschadigd raken. In combinatie met factoren als gladheid leidt dat ’s winters tot een fikse toename van het aantal loopblessures. De vier belangrijkste algemene tips zijn: ga altijd goed gekleed op pad, draag een goede muts, neem je warming up extra serieus en kijk goed waar je loopt. Ieder jaar weer vallen enkele lopers op hun achterhoofd, met alle gevolgen van dien. Dat moet je gewoon zien te voorkomen.’
Okay, dan naar de winterkwaaltjes. Winterhanden…
‘Of wintervoeten. In het medisch koeterwaals periones genoemd. Het probleem doet zich eigenlijk vooral voor tijdens het opwarmen. Handen en voeten worden rood of zelfs paars, kunnen opzwellen, heel erg jeuken en ook flink pijn doen. Het komt doordat de bloedvaatjes niet naar behoren reageren op temperatuurverandering. Bij kou trekken de vaatjes samen, om te voorkomen dat je te veel warmte verliest. Zodra je binnen komt, gaan die vaatjes normaal gesproken weer open staan. Bij periones is die reactie vertraagd. Ondanks de opwarming blijven de vaatjes samengeknepen. Doordat de grotere bloedvaten wel verwijden, ontstaan lokaal opstoppingen van bloed. Dat leidt tot een ontstekingsreactie en eventueel beschadigingen. Een loper kan daardoor voetproblemen krijgen. Je kunt dit proces remmen door de polsen of enkels direct na thuiskomst onder de koude kraan te houden. De kou doet de slagaders weer samentrekken, waardoor minder bloed wordt aangevoerd en de stuwing vermindert. Als je de watertemperatuur vervolgens heel geleidelijk opvoert, geef je de haarvaatjes de gelegenheid zich te verwijden.’
Zijn er mensen die hier gevoeliger voor zijn?
‘Je ziet het meer bij mensen met afwijkingen van het vaatstelsel, zoals hartpatiënten. Ook het slikken van betablokkers verhoogt het risico.’
Sommige mensen krijgen plotseling spierwitte vingers of tenen…
‘Het fenomeen van Raynaud. Ik heb het zelf, in lichte mate. Als ik ’s winters mijn handschoenen uit doe om bijvoorbeeld de voordeur van het slot te doen, kunnen één of twee vingers van het ene op het andere moment spierwit en gevoelloos worden. Dat komt doordat de kleine vaatjes letterlijk spastisch reageren op een milde koudeprikkel. Ze trekken krampachtig samen. Het is vooral lastig, maar kan gevolgen hebben. Bijvoorbeeld omdat je na het kopen van nieuwe schoenen niet voelt dat je tenen te weinig ruimte hebben, waardoor je ze kapot loopt. Verder zijn van bloed verstoken vingers en tenen gevoeliger voor bevriezing.’
Kun je als loper echte frostbite oplopen?
‘Als het erg koud is wel. Bevroren neuzen, vingers en tenen komen in Nederland wel voor, hoewel zelden bij lopers. Ik kan me voorstellen dat je tijdens een ultraloop bij vorst de pineut zou kunnen zijn. Het linke is dat je juist als het weefsel schade begint op te lopen geen pijn meer voelt en dus voor de gek gehouden wordt. Ga bij verdenking op frostbite altijd meteen naar een dokter of ziekenhuis. Er zijn drie stadia. Het eerste stadium, frostnip, is een kortstondige, oppervlakkige bevriezing met blaarvorming. Dat heelt vanzelf, al kan de plek gevoelig blijven. Stadia 2 en 3 kunnen ontaarden in gangreen, weefselversterf. Belangrijk is in elk geval dat de aangedane plekken snel maar voorzichtig opgewarmd worden. Niet wrijven of masseren! Als het weefsel nog ijskristallen bevat, richt je nog meer schade aan.’
Kun je allergisch zijn voor kou?
‘Wie is dat niet, ha, ha. Maar zonder gekheid, koude-urticaria is in zekere zin een allergische reactie op koudestress. Zogenoemde mestcellen in de huid scheiden grote hoeveelheden histamine af, waardoor de aan kou blootgestelde plekken eruit zien en aanvoelen of je in de brandnetels bent gevallen. Rode, jeukende, vaak pijnlijke uitslag, die trouwens vaak juist in de opwarmingsfase ontstaat. Als je onder de douche staat, bijvoorbeeld. De oorzaak is onbekend, maar als je er veel last van hebt kunnen antihistaminica uitkomst bieden. Bij 25 tot 50 procent van de patiënten verdwijnt de klacht na een kuur penicilline. Dus in hardnekkige gevallen proberen we dat.’
Hoe zit het met onderkoeling? Komt dat voor?
‘Jazeker, zelfs in dichtbevolkt Nederland. En het is niet ongevaarlijk. Stel dat je op vakantie bent in een onbekende streek, verdwaalt in een bos en dat er ook nog eens onderkoelde regen valt. Water ontrekt heel veel warmte aan je lichaam. Dat zal door rillen en het samentrekken van de perifere vaten alles proberen om de core temperature op 37 graden te houden, maar als je niet snel in een droge, warme omgeving komt, zakt de temperatuur onherroepelijk. Je wordt dan suf, gedesoriënteerd en kunt niet meer logisch denken. Zorg dus dat je niet in zo’n situatie verzeild raakt. Neem je mobieltje mee als je bij kou in een onbekend natuurgebied gaat lopen. Je kunt dan tenminste ongeveer zeggen waar je bent. Ben je eenmaal onderkoeld, dan moet je voorzichtig worden opgewarmd. Huid op huid contact is ideaal. Wanneer een ernstig onderkoelde patiënt te snel wordt opgewarmd, kan er door de plotselinge verwijding van de perifere bloedvaten relatief warm bloed uit de core naar de periferie stromen, waardoor de core temperature tijdelijk juist daalt. Dat kan hartritmestoornissen tot gevolg hebben.’
Zijn er nog andere dingen waar je op kunt letten?
‘Zorg als je ’s winters op pad gaat altijd dat je extra koolhydraten bij je hebt, bijvoorbeeld in de vorm van een paar energierepen of een zakje gedroogd fruit. Door de kou brand je sneller door je glycogeenvoorraad heen, waardoor je bloedsuiker plotseling in je schoenen kan zakken. Als je dan niks bij je hebt en nog een eind moet, ben je zuur. Niet alleen omdat je dan moet lopen tot de dip voorbij is, maar vooral ook omdat je immuunsysteem in die periode even wat minder alert is. Je bent dan een open doel voor verkoudheidsvirussen.’