Hoge bloeddruk

Hypertensie

Wat is het?

‘Om te begrijpen wat hoge bloeddruk is, is het handig om eerst nog even uit leggen wat bloeddruk eigenlijk is en wat de twee getallen van de meting betekenen. Bij iedere samentrekking pompt de linkerkamer van het hart een hoeveelheid bloed in het slagaderstelsel. Dat gebeurt met een bepaalde kracht. Het slagaderstelsel biedt ook weerstand. Het bloedvolume, de slagkracht van het hart en de weerstand van de vaatwand bepalen samen de bloeddruk op het moment dat het hart pompt. Op het moment dat het hart geen bloed in het slagaderstelsel pompt, daalt de bloeddruk. Die eerste druk heet bovendruk of systolische druk, de tweede onderdruk of diastolische druk. De bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk. Normaal is rond de 120/80. Als de druk om wat voor reden ook oploopt tot 140/90 of hoger, spreek je van hoge bloeddruk. Er zijn meerdere metingen nodig om de diagnose te kunnen stellen.’

Wat is de oorzaak?

‘Meestal is geen duidelijke oorzaak te vinden. Dan spreken we van essentiële hypertensie. Soms is er wel een directe oorzaak, bijvoorbeeld een ernstige vernauwing van de nierslagader. Dat noemen we secundaire hypertensie. In dat laatste geval zal natuurlijk altijd worden geprobeerd de oorzaak weg te nemen.’

Helpt hardlopen?

‘Bijna altijd. Lopen en andere vormen van zowel aerobe als anaerobe training verbeteren onze cardiovasculaire conditie en helpen mee het gladde spierweefsel in de slagaderen glad en soepel te houden. Italiaanse inspanningsfysiologen stelden vast dat het bloedvatstelsel van duurlopers van zestig jaar en ouder net zo goed functioneerde als dat van sedentaire twintigers. In onze eigen praktijk zien we dat driekwart van de mensen met matige hypertensie die een loopprogramma oppakken en trouw volhouden, geen medicatie hoeft te gaan gebruiken. Als je lopen in een pilletje zou kunnen stoppen, zou je rijk worden.’

Maakt het type inspanning ook verschil?

‘Ja, recent onderzoek suggereert dat High Intensity Interval Training qua bloeddrukverlaging superieur is. Het Tabata-protocol, waarbij je acht keer achter elkaar 20 seconden voluit sprint, telkens afgewisseld met 10 seconden rustig lopen, is bijvoorbeeld behoorlijk effectief. Ook in het vergroten van kracht en VO2max. Maar omdat de systolische bloeddruk bij piekbelasting hoog oploopt, zijn we terughoudend om deze methode aan te raden aan mensen met hypertensie. In plaats daarvan adviseren we 4 keer 30 seconden matig intensief lopen, met wandelfases van een seconde of 15. Daarmee bereiken de meeste mensen een duurzame bloeddrukreductie van 10 punten systolisch.’

Stel je loopt behoorlijk fanatiek, maar ontwikkelt toch hypertensie…

‘Ja, dat gebeurt. Onder lopers komt het minder voor dan in de niet sportende bevolking, maar we zijn niet immuun. Als er geen duidelijke oorzaak wordt gevonden en zoutbeperking geen of onvoldoende effect heeft, dan is medicatie uiteindelijk onvermijdelijk. De gevolgen van onbehandelde hoge bloeddruk zijn namelijk niet fris. Eigenlijk alle organen kunnen schade oplopen, maar het verhoogt vooral het risico op een beroerte, netvliesbeschadiging, hartinfarct, hartfalen en nierproblemen. Ik raad met name lopers van boven de 40 aan om zo eens in de twee jaar naar een SMA te komen. Hoe eerder je hoge bloeddruk oppikt en behandelt, hoe beter.’

Gaat bloeddrukmedicatie goed samen met hardlopen?

‘Ja. Heel vaak werken we met een combinatie van verschillende bloeddrukverlagers. Elke klasse heeft zijn eigen voor- en nadelen en de juiste mix is erg individueel. Vaak ben je wel en tijdje aan het experimenteren voor je de juiste mix en doses hebt gevonden. De enige bloeddrukverlagers die we bij lopers en sporters in het algemeen liever niet voorschrijven, zijn de bètablokkers. Die blokkeren kort door de bocht uitgedrukt de werking van adrenaline, waardoor het hart als het ware te sloom reageert op een krachtsinspanning. Het resultaat is een forse prestatievermindering en moeheid, vooral zware benen. Gelukkig zijn er meestal goede alternatieven.’

De onderdruk is het belangrijkst, niet waar?

‘Nee! Tot ongeveer 1990 heerste de opvatting dat de onderdruk, dus de druk in slagaders als het hart niet pompt, de ware druk was. Veel mensen denken dat nog steeds. Inmiddels is bekend dat juist de bovendruk belangrijk is. Die is over het algemeen een veel betere voorspeller van problemen dan de onderdruk. Met name geïsoleerde systolische hypertensie, waarbij de bovendruk is verhoogd en de onderdruk normaal of zelfs laag is, lijkt een voorbode van naderend onheil te zijn. Bij mensen van vijftig jaar en ouder is geïsoleerde systolische hypertensie vrijwel altijd een signaal dat de zo belangrijke elasticiteit van de slagaderen afneemt. De vaten geven niet lekker mee als het hart er bloed in pompt, met als gevolg dat de druk oploopt. Datzelfde gebrek aan elasticiteit zorgt ervoor dat de druk tijdens de diastole juist overdreven diep valt.’