Inspanningsastma

Inspanningsastma

‘Gewone’ chronische astma is een luchtwegaandoening waarbij de bronchiën zich aanvalsgewijs krampachtig samentrekken, doorgaans in respons op een allergeen. Daardoor krijgt de patiënt het benauwd. Vooral het uitademen wordt bemoeilijkt. Dat astma een glanzende sportcarrière geenszins in de weg hoeft te staan, bewijzen fenomenen als Bart Veldkamp, Erben Wennemars en Jacco Eltingh. Behalve aan hun ijzeren doorzettingsvermogen danken astmatische sporters hun carrière aan de tegenwoordig uiterst effectieve medicatie. Astma-aanvallen kunnen ook worden uitgelokt door inspanning. Tussen de 11 en 50 procent van de sporters heeft inspanningsastma. Deze verder kerngezonde mensen kunnen het tijdens of na een loopje benauwd krijgen.

Wat is het?

‘Een door inspanning uitgelokte vernauwing van de bronchiën, waardoor de ademhaling wordt belemmerd.’

Wat zijn de symptomen?

‘Kortademigheid en soms een piepende uitademing tijdens of na intensieve inspanning. De loper kan het zo benauwd krijgen, dat hij moet gaan wandelen. Sommige sporters met inspanningsastma kunnen de benauwdheid overwinnen. Het probleem doet zich vooral voor bij intensieve krachtsinspanningen. Bij schaatsers is de 1500 meter kuch berucht. Hoe intensiever de inspanning, hoe groter de kans op een aanval en hoe heviger de klachten.’

Hoe ontstaat het?

‘Er zijn twee hypotheses. De eerste is de airconditioningstheorie. In rust of tijdens heel lichte inspanning ademen we tenminste deels door de neus. Als de lucht langs de neusslijmvliezen strijkt, wordt ze opgewarmd en verzadigd met waterdamp. Wordt de inspanning wat serieuzer, dan zullen de meeste mensen vooral door de mond gaan ademen. De ventilatie neemt immers fors toe, tot wel 200 liter per minuut. Daarmee valt de ‘airconditioning’ weg. De ingeademde lucht stroomt relatief koud en droog de bronchiën binnen. Het slijmvlies in de bronchiën neemt nu de ‘airconsitioning’ van de neus over, opdat de lucht alsnog in niet al te vijandige toestand de longblaasjes bereikt. Daar kunnen de bronchiën van gevoelige mensen maar kort tegen. Mestcellen en epiteelcellen reageren met een overdreven afgifte van histamine en ontstekingsbevorderende stofjes als leukotrienen en prostaglandinen. Het resultaat is een krachtige samentrekking van de bronchiën en dus beperking van de ademhalingscapaciteit.’

Dat is hypothese 1…

‘De twee hypothese is de warmtewisselaartheorie. Door de fors toegenomen ventilatie koelen de luchtwegen af, ook wanneer het buiten niet echt koud is. Zodra de atleet stopt en de ventilatie vermindert, valt de koudeprikkel weg en zullen de bloedvaatjes in de bronchiën zich verwijden. Bij gevoelige mensen schiet die vaatverwijding door, waardoor een zwelling en dus een vernauwing ontstaat. Deze theorie biedt een verklaring voor de waarneming dat veel mensen het pas na het staken van de inspanning benauwd krijgen.’

Hoe stel je het vast?

‘Het verhaal van de patiënt geeft meestal een duidelijk beeld. Verder is het vast te stellen met een inspanningstest. We laten de sporter op een fietsergometer of loopband 5 tot 8 minuten een intensieve inspanning leveren, dat wil zeggen op 80 tot 90 procent van de maximale hartfrequentie. Voor de test meten we de longfunctie en na de inspanning herhalen we die meting elke drie minuten. Als de longfunctie na de inspanning fors daalt, is er sprake van een inspanningsgeïnduceerde luchtwegvernauwing. Meestal begint de longfunctie 5 tot 10 minuten na de provocatie te dalen, maar het kan ook pas na 25 minuten gebeuren.’

Zijn er nog andere uitlokkende factoren dan koude, droge lucht?

‘Ja. Sommige sporters reageren sterk op temperatuurwisselingen in het algemeen. Mist, rook en luchtverontreiniging zijn ook berucht. Een deel van de patiënten is vooral vatbaar bij bepaalde emoties of stress. En sommige mensen hebben er alleen last van na een griep of verkoudheid, wanneer de luchtwegen tijdelijk overgevoelig zijn.’

Zijn bepaalde personen gevoeliger dan ander?

‘Absoluut. Mensen met een overgevoeligheid van de bovenste luchtwegen krijgen vaker inspanningsastma. Iemand met echte astma heeft per definitie ook inspanningsastma. Vaak is er ook sprake van een allergische component, bijvoorbeeld een pollenalergie. Als we dat verdenken, laten we aanvullend allergologisch onderzoek verrichten. Hooikoorts en inspanningsastma komen altijd parallel voor. Tijdens een echt hooikoortsvoorjaar zien we ook veel meer inspanningsastma.’

Wanneer schrijf je medicijnen voor? En welke?

‘Bij mensen met een ernstige allergie zal vaak worden geprobeerd om ze te desensibiliseren. Door de patiënt periodiek met spuiten te provoceren met bijvoorbeeld berkenpollen, kun je zijn of haar immuunsysteem soms laten wennen aan het allergeen, waarna de allergische reactie na verloop van tijd afneemt of helemaal uitblijft. Dat lukt overigens niet altijd. Bij een minder ernstige allergie kan behandeling met antihistaminica zinvol zijn. Als er sprake is van echte astma, dan moet de patiënt worden behandeld met luchtwegverwijders die je moet inhaleren. Sommige staan op de dopinglijst. Als licentiehouder moet je in dat geval dispensatie aanvragen.’

Wat is er afgezien van medicatie aan te doen?

‘Koud, droog weer is als gezegd een belangrijke uitlokkende factor. Wikkel bij een loop onder dergelijke condities een sjaal rond je neus en mond. Je kunt je ook op een wedstrijd of serieuze training voorbereiden door met een intensieve warming up één of meerdere aanvallen te provoceren. Bij zo’n provocatie maakt het lichaam adrenaline aan, waardoor de luchtwegen zich langzaam weer verwijden. Na iedere provocatie wordt de adrenalinerespons sterker, waarna ook de luchtwegverwijding langer aanhoudt. Tijdens deze zogenoemde refractaire periode van 2 tot 3 uur ben je min of meer ongevoelig voor de astma-inducerende prikkel.’